De 5 A’s op het werk
In dit schema zie je waar je aanpassingen kan doen.
- Arbeidsorganisatie: Hoe is het beleid? Hoe zijn de taken verdeeld?
- Arbeidsomstandigheden: Hoe is de werkplaats? Is het veilig? Is het rustig?
- Arbeidsverhoudingen: Hoe zijn de relaties op het werk tussen de collega’s? Met de werkgever? Met de klanten?
- Arbeidsvoorwaarden: Dit gaat over praktische zaken zoals het uurrooster, loon, nascholing, …
- Arbeidsinhoud: Wat zijn de taken? Is het fysiek of emotioneel zwaar werk? Is er genoeg afwisseling? Zijn de taken duidelijk?
Algemeen
- Betrek de werknemer bij het plan en de aanpassingen. Laat de werknemer ook voorstellen doen.
- Hou regelmatig contact met iedereen die betrokken is: de werknemer, de collega’s, de klanten, andere diensten, …
- Evalueer het plan regelmatig en noteer die momenten op het plan. Pas het plan aan als dat nodig is.
Arbeidsorganisatie
- Heeft je bedrijf een beleid voor re-integratie, of een speciaal plan voor als een werknemer weer komt werken? Kennen de werknemer, de directe werkgever en de collega’s dat plan?
- Welke officiële stappen moet je volgens dat plan nemen als een werknemer weer komt werken?
- Wie is verantwoordelijk voor die stappen ? Wie zet de eerste stap? Wie begeleidt de werknemer? Wie volgt op?
- Heeft de werkgever genoeg info over het plan van het bedrijf? Kent de werkgever de wetgeving over re-integratie? Heeft de werkgever daarover vorming nodig?
- Steunen de werkgever, werknemer en de collega’s het plan voor re-integratie?
- Is het nodig om het plan voor re-integratie aan te passen aan de situatie van deze werknemer?