Arbeidsomstandigheden = De werkomgeving
Pas de werkomgeving aan. Bijvoorbeeld bureau, stahulp, verlichting, …
Aangepast werk= Pas het materiaal aan of zoek hulpmiddelen. Bijvoorbeeld grotere schermen, speciale computermuis, grijphaken hoog-laag werktafels…
Pas de machines aan, bijvoorbeeld als de werknemer slecht ziet, slecht hoort of als bewegen moeilijk is.
TIP
Is het moeilijk om de werkomgeving her in te richten? Of om hulpmiddelen te zoeken? Vraag hulp aan een ergonoom. Vraag info
- bij de externe dienst voor welzijn en preventie
- bij de interne preventie-adviseur
- of bij een extern adviesbureau
Let op problemen met de veiligheid (bijvoorbeeld als je werknemer die een heftruck moet besturen, problemen heeft met concentreren, armkous in ziekenhuis tegen het vocht dat je ophoudt na een operatie)
TIP
Maak je je zorgen over de veiligheid van een werknemer? Doet je werknemer taken met meer risico? Vraag hulp
- aan de preventieadviseur
- of aan de arbeidsarts (PAAG)
Kan de werknemer thuiswerken of telewerken ?
Meer info over de werkomgeving aanpassen?
BTOM: APA (arbeidspost aanpassing) en AG (arbeidsgereedschap)