Hoe praat ik met mijn zieke werknemer?

• Begin met: ‘Hoe gaat het vandaag?’ 
  “Hoe gaat het?” kan een lastige vraag zijn voor een zieke.
• Stel open vragen. Op open vragen kan je niet met ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden.
  Bijvoorbeeld: Waarom vind jij dat?
• Luister.
  Laat je werknemer vertellen. Toon je medeleven en begrip voor de situatie. Praat niet alleen over de ziekte, of over het werk. Toon ook belangstelling voor gevoelens. 

• Je werknemer is niet verplicht om je iets over de diagnose of de ziekte te vertellen. Dat bepaalt de wet over de privacy.
  Maak geen notities over medische informatie, ook niet als je werknemer die met je deelt. 

Praten over het werk. Kan dat?

Dit kan je vragen:

• Hoe lang denk je dat je afwezig bent?
• Heb je ziekteverlof nodig? 
• Of blijf je liever aan het werk?

Bespreek een herverdeling van de taken, als dat nodig is. 
Je kan dit vragen:

• Wie gaat jouw taken doen? Wie is gewoonlijk jouw back-up?
• Wil je meedenken of meebeslissen wie jouw taken gaat doen?  
• Waar moeten we rekening mee houden? 
• Heb je belangrijke afspraken gepland?
• Zijn er taken die dringend moeten gebeuren?

Door die vragen toon je dat de taken en de functie van je werknemer belangrijk zijn. Als werkgever blijf jij wel verantwoordelijk voor de verdeling van de taken.

Wat vertel ik de collega’s ?

Ga je het nieuws vertellen aan de collega’s? Bespreek dat eerst met je zieke werknemer. Maak duidelijke afspraken. Zo vermijd je misverstanden, onbegrip en roddels. Dit kan je vragen:

• Wat wil jij dat de collega’s weten? 
• En wat mogen ze niet weten?
• Wie mag het weten? 
• Wie gaat het vertellen? Wil jij dat zelf doen? Of doe ik het?

Wil de zieke werknemer niets vertellen? Wil die dat de collega’s niets weten over de situatie? Bedenk dan samen wat je de collega’s vertelt om roddels te voorkomen.